Cagliari en Capo Carbonara
Op 17 juli eten we samen met Martijn gezellig in een restaurant in de drukke smalle straatjes van Cagliari, nadat we het stadje en de burcht bekeken.
18 juli vertrekt Martijn weer naar Nederland. De trein naar het vliegveld vertrekt op loopafstand van de haven, dus dit is een prima plek voor een bemanningswissel. Over een paar weken komen Milou en Lennard ook hierheen. Martijn legt de haven vast vanuit het vliegtuig.
Wij doen de was en lopen nog wat door de stad en doen wat boodschappen.
Op 19 juli vertrekken we naar de Capo Carbonara, waar we al langs voeren toen we uit Sicilië kwamen. Nu gaan we zien hoe mooi het er echt is. De Capo heeft ankerbaaien aan beide kanten en wij kiezen de westbaai, want het is en blijft oostenwind voorlopig. Een prachtige baai, waar plek voor veel boten is zonder dicht bij elkaar te hoeven liggen. We ankeren achter de meeste andere jachten om vrij uitzicht te hebben. Het water is kristalhelder, je ziet de schelpjes in het zand op 8 meter diepte haarscherp liggen met de snorkelbril. Het anker kunnen we zo ook heel goed checken.
De kust is hier, anders dan in Sicilië , mooi begroeid. Op de heuvels staan veel fraaie villa’s en het geheel doet wel wat denken aan een ankerbaai in de Carieb.
Er is ook een jachthaven, maar die is vooral duur en niet zo heel gezellig. Er liggen veel vreemde schepen, maar ook een schitterende GS56.
We leggen er aan met de dinghy en lopen een rondje over de landtong, die de kaap (rotsen) verbindt met het echte Sardinië. Deze landtong is eigenlijk een flinke zandbank, waarin een ondiep meer ligt. In dat meer barst het van de flamingo’s, die er kennelijk lekkere vis weten te vinden want hun koppen zijn meer onder dan boven water!
We barbecueën op de boot met de Cobb op het achterdek en vieren dat Martijn zijn bachelordiploma vandaag gehaald heeft!
Geef een reactie