via een mooie ankerbaai bij Porto Kheli nu in Ermioni
Na Tiros zeilen we naar een schitterende ankerbaai achter een klein eilandje waar je vrijwel 360 graden beschutting hebt. We ankeren en leggen een lijn aan de wal om een steen zodat we niet swingen in de steeds draaiende wind. Dat doen de andere 5 boten ook die hier liggen, anders is het te klein voor ons samen! We eten inktvis.
De dag erna motoren we naar Ermioni, de eerste plek van deze reis die we al kennen. In 2005 waren we hier met alle kids met de boot die we huurden voor de vakantie i.v.m onze zilveren bruiloft. Sindsdien is het allemaal wat rijker geworden maar nog steeds geen massatoerisme hier.
De veerboten zijn nog steeds dezelfde Flying Dolphins van Sovjet makelij, die vreselijke zwarte rookwolken uitbraken.
We blijven hier een paar dagen en huren morgen een auto om Mycene en Nafplion te bezoeken.
Van Monemvasia naar het noorden
We verkennen eerst de stad op het eiland van Monemvasia. Alleen kleine wandelstraatjes en steile trappen. Erg mooi!
Daarna varen we naar het kleine oord Leonidhion. Daar wordt nog een oud dialect gesproken dat uit het Dorisch (oud Grieks) voortkomt. Het bestaat uit een haven waar de swell recht inloopt (maar in de avond niet meer want dan valt de wind weg), 2 straten, een paar taverna’s en een kerk waar zeker 3 maal per dag de klokken luiden en per luidspreker de mis wordt opgedragen over het hele dorp heen. We gaan uit eten bij de taverna van Margarita, die kookt met groenten uit eigen boerenland, je laat kiezen vanuit de keuken (zonder kaart) en je terloops even wijst op het winkeltje van haar zoon aan de overkant waar ook weer allerlei groenten en produkten uit eigen boerderij te krijgen zijn. We krijgen een zak sinaasappels cadeau!
De volgende dag varen we weer verder en stopten tegen de planning al na 8 mijl in Tyros. Een klein vissershaventje bij een wat eenvoudig dorp, dat langzamerhand een vakantiebestemming wordt, maar nog wel van de eenvoudige soort (kamers te huur bij mensen thuis, eenvoudige hotelletjes). Aan de haven zitten we lekker aan een barretje een ijskoffie te lurken met uitzicht op de boot. We moesten vanmiddag wel opnieuw ankeren want de ankergrond in de haven is niet erg best. En de middagwind vanuit ZO staat met 20 knopen dwars op je schip; dan trekt je anker dus gewoon uit de bodem! Nu alles weer rustig en we liggen achter 50 m ketting nu echt wel OK.
23 juli: Feest in Monemvasia, ofwel: Zo verslaat men de Turken
23 juli: Nietsvermoedend zeilen we naar Monemvasia, dat om de derde punt van de Peleponesos ligt. We ronden kaap Male, waar het goed kan spoken. Maar voor ons is het rustig, wel vreemde draaiwinden en wat vlagen. Dus met de motor en 2 reven in het grootzeil eromheen. Daarna weinig wind op de laatste 15 mijl naar Monemvasia. Dit is een oude vesting op een schiereilandje, dat wat aan Syracuse doet denken als je op de kaart kijkt. Maar in werkelijkheid is het behoorlijk verschillend. We gaan het verkennen.
Onderweg lezen we dat 23 juli de grote feestdag is in Monemvasia. Er wordt dan gevierd, dat dit het eerste plekje op de Peleponesos was, wat bevrijd werd van de Turken (in 1821, 4 jaar eerder dan bijvoorbeeld Pylos). Het feest bestaat uit een imitatie zeeslag met veel rode lichten en knallen en rook op het water voor de haven. We liggen eerste rang en zien ook de afsluiting waarin een echt bootje in de brand wordt gezet, met veel knallen en vuurwerk. Gelukkig blijkt het bootje de volgende dag weer netjes op een trailer naast de haven te staan….
We worden daarna getrakteerd op veel live muziek en vuurwerk tot diep in de nacht. Gelukkig besluit onze buurman, waar we langszij liggen, zijn vertrek de volgende ochtend uit te stellen tot negen uur…
Die dag doen we de was en maken we de boot schoon van buiten. Er is hier namelijk zomaar een kraan voor onze waterslang, een ongekende luxe in een haven in Griekenland! Maar ja, je betaalt ook geen of nauwelijks havengeld. We zien de grootste schildpad ooit, die hier rustig de haven rondpeddelt en dan weer vertrekt. Jammer genoeg is het niet gelukt om hem te fotograferen
22 juli: Naar Mani, het tweede schiereiland van de Peleponesos
Na een korte nacht staan we toch maar vroeg op want we willen vandaag 50 mijl verder. Om de punt van Mani ligt Porto Kaio, een mooie ankerbaai met een strandje en 3 tavernas. We tuffen er heen en zeilen maar 6 mijl van de hele trip. Gewoon windstil verder. We komen om 16:30 aan en ankeren bij goed zicht onder het strandje. Dat gaat nog niet zo eenvoudig want de zandgrond is zo keihard dat ons toch goede Delta anker niet goed ingraaft. Na 3 keer proberen en checken lukt het uiteindelijk toch.
De huizen in dit dorp en op het hele schiereiland Mani zijn bijzonder: grauwe stenen in een “blokkendoos” bouwstijl (zie ook de foto van de vuurtoren). De huizen zijn allemaal 2 of 3 verdiepingen hoog en de bewoners woonden niet op de begane grond. Zo kon je altijd je vijand zien aankomen en hem van boven bekogelen. Door schade en schande wijs geworden kennelijk.
We gaan naar het strandje en moeten direct aan de Carieb denken. Alleen heet de beach bar hier “Taverna”. Na een koud biertje en wijntje eten we samen voor 20 euro heerlijke inktvis en Griekse salade. Vooraf lekkere hapjes en de watermeloen bij de rekening hoeven we niet te betalen. Voldaan naar de boot, maar een onrustige nacht want de wind steekt eerst flink op en draait dan ook nog alle kanten op zodat we midden in de nacht andersom liggen en de rotsen toch wel dichtbij zijn. Maar het anker ligt echt goed, dus er gebeurt niets.
21 juli: zeilen naar Finikounda en mooie avond met Frans en Felix
We pikken Frans en zijn broer Felix op aan de kade van Pylos. We drinken even een goede Nespresso en gooien dan los. Zeilen naar Finikounda (11 mijl) is een makkie, erg gezellig ook. We ankeren voor het strandje van het dorpje en na een lekker zwempartijtje gaan we met de auto van Felix naar zijn huis in Kamaria, 3 km de bergen in.
Het huis is net klaar, compleet met zwembad en ingericht voor de functie van “Bed and Butler”: In het eerste blok wonen Felix en Maria als ze hier zijn, in het andere is een gastenverblijf dat door bekenden en eventueel ook via airBNB te boeken is. We genieten van de mooie plek en een heerlijke avond met veel gezelligheid en lekker eten: inktvis, dorade en vlees van de BBQ.
20 juli: flinke wandeling, zwemmen en daarna lui zijn
We liggen nog steeds voor anker in het noorden van de baai bij Pylos. Vandaag staan we om half acht op en we varen naar het strand met de rubberboot. We gaan wandelen naar de oude burcht, die half ingestort is maar wel op een schitterend strategisch punt ligt, die de oude Nestor al in gebruik had als wachtpost.

de lagoon aan het einde van de baai, met kanaaltje naar de baai zelf. Wie weet welke boot de onze is?
Na een uurtje naar boven klimmen, rondkijken en een half uur weer afdalen, lopen we nog langs de brakke lagoon achterin de baai. Je komt dan bij Nestor’s cave, waar de vloot triremes van Nestor op het strand getrokken werd. In de Griekse volksmond heet deze lagune nu “de koeienmaag”. Schitterend strand in een hoefijzervormige lagune, waar het helaas te ondiep is voor ons. Er lag wel een catamaran voor anker.
Storm in de haven van Pylos, we huren een auto en doen cultureel
Op 17 en 18 juli waait het hard (20-25 knopen) en is zeilen niet echt leuk, want de kust ligt aan lagerwal. De luchten worden plotseling ook dreigender.
We huren op de 18e juli een auto en bezoeken het paleis van Nestor (4000 jaar oud, waar de linear B tabletten gevonden zijn). De opgraving is helemaal overdekt en je loopt over loopbruggen boven de ruïnes. Erg mooi gedaan en indrukwekkend.
Daarna rijden we naar de opgravingen bij het oude Messini (van de Messeniërs, de eeuwige vijanden van Sparta). Hier bouwden zij na veel strijd hun definitieve stad en haalden hun door de Spartanen verbannen landgenoten weer terug uit Sicilië (Messina!) en Noord Afrika. Deze archelogische site is eigenlijk nog indrukwekkender dan Olympia. Naast een mooi amphitheater (dat verrijdbare decors heeft gehad van 2 verdiepingen hoog) en een schitterend heiligdom van Asklepion, waarin tempels van o.a. Artemis en een apart, kleiner amphitheater. Ook een bijna intact Gymanision met renbaan, tribunes bij de finish en een indrukwekkende zuilengalerij. En zo te zien ligt meer dan de helft nog onder de grond!

amphitheater van Messini; in de achtergond het enorme terrein van de opgravingen (zover je kunt kijken)

beeld in het museum naast de opgravingen van de godin Isis Pelagia, beschermster van de zeilers op zee
’s Avonds moe en voldaan aan boord gegeten en koffie gedronken met onze Oostenrijkse buren. Morgen gaan we weer naar de ankerbaai en wordt ons verhaal weer vervolgd
17,18 en 19 juli: Pylos en omgeving
We blijven hier een paar dagen want het gaat hard waaien en ook hebben we hier met naamgenoot van Baal afgesproken op 21 juli. Er is hier bovendien genoeg te doen!
We wandelen naar de mooie burcht (Neo Kastro) boven het stadje en bekijken dat uitgebreid. Het is een echte oude vestingstad geweest met ooit 600 huizen, helemaal ommuurd en met een slotgracht. Nu is er behalve de muur, de torens en een kerk niets meer van over, maar die zijn dan ook wel heel mooi gerestaureerd.
Het geheel is door Grieken, Turken, Fransen en weer Grieken steeds verder uitgebouwd.
In het stadje op het centrale plein staat het standbeeld met de 3 bevrijders van Griekenland in 1827, een Engelsman, een Fransman en een Duitser. Aardige Europese gedachte destijds…. De vijanden waren de Turken, by the way. De zeeslag vond plaats terwijl alle schepen voor anker lagen in de baai van Pylos. De geallieerden wonnen niet omdat ze in de meerderheid waren (integendeel juist) maar omdat ze een betere routine hadden in het sneller laden, richten en schieten!
Onder het beeld een paar kanonnen die bij de overwinning gebruikt zijn en het wapen van de geallieerde strijdkrachten: een onklaar anker. Zou Koning Willem III dat geweten hebben toen hij, met zijn naamcijfer, het beeld van een onklaar anker schonk aan de KNZ&RV in 1847?
Naar Pylos met al zijn mooie plekjes
De dag erna (15 juli) zeilen we met een heel mager windje 30 mijl naar Pylos, beroemde oude stad uit de Griekse historie. Koning Nestor, wijze raadsman in de Trojaanse oorlog, had hier zijn paleis (ruïnes uit de 12e eeuw voor Christus nog te bekijken, alwaar ontdekt is dat deze mensen toen al Grieks schreven en spraken, zoals op Kreta). We varen ook langs de oude “haven van Nestor” , nu een baaitje met een prachtig strand. Toen was het een goede plek om de triremes (oorlogsschepen) op het strand te kunnen trekken.
Om bij Pylos te komen, vaar je daar eerst langs en ook langs een groot langwerpig schiereiland, waar voor zover bekend de enige “overgave” van een Spartaans legeronderdeel ooit plaatsvond. Spartanen bleven immers vechten tot het einde, zo werd hen geleerd!
Om de hoek vaar je dan een nieuwe baai binnen, die wel 3 mijl lang is (achter het schiereiland). We ankerden helemaal aan het eind van deze baai (en dan ben je weer vlakbij de haven van Nestor, na 6 mijl omvaren). Volg je het nog? Kijk maar op Marine Traffic en je ziet onze koers of anders op Google Maps misschien? Heerlijk rustige ankerbaai met 5 boten. Lekker zwemmen ook.
Na een nacht voor anker, waarin de wind tot 20 knopen toenam (eerder dan wij hadden gedacht), varen we de volgende ochtend terug naar het begin van de baai, waar het stadje Pylos ligt.
Hier geen enkele herinnering aan de oude Grieken meer, de stad is in 1825 opnieuw opgebouwd door de Franse architect met de toepasselijke naam “Maison”, nadat hier een historische zeeslag is uitgevochten tussen de Turken en de “geallieerden” (Duitsers, Fransen en Engelsen), waardoor Griekenland onafhankelijk kon worden na lange overheersing door de Turken. Op het stadsplein staat het standbeeld van de 3 bevelhebbers die dat voor elkaar kregen. De stad heeft witte huizen, bijna allemaal in dezelfde stijl, met rode daken. Het is heel anders dan de meer Venetiaanse stijl op de Ionische eilanden. Gezellig plaatsje met veel goede winkels.
We blijven hier een paar dagen want het gaat hard waaien. De haven is ook weer een Euro Hafen, geen liggeld maar ook geen voorzieningen behalve stevige steigers en een mooi uitzicht. Niemand weet wie de havenmeester is….Lijkt ons dus meer een “no-businessmodel”. We liggen zelfs 2-dik omdat er meer zeilers hier komen wachten op goede wind. Maar dat is wel weer zo gezellig. De Belgische Sly42, die we al een paar keer eerder ontmoetten, ligt nu ook achter ons.

Frans marineschip vertrekt uit Pylos. Let op vlag halfstok vanwege de aanslag in Nice. Voor de kenners: wat doet de laserzeiler op de voorgrond fout?
De Peleponnesos: hier begint het Griekenland zonder flottieljes
We varen op 14 juni van Zakynthos 48 mijl naar Kiparissia. Eerst zonder wind, maar het grootste deel met heerlijke ruime wind, die opbouwde tot 18-20 knopen (en dat bij 30 graden en wolkenloze hemel). We maakten ons al wat zorgen over de aanloop aan lager wal bij Kiparissia, maar de wind viel 2 mijl voor het land bijna weg en de deining ook. Kiparissia ligt onder een behoorlijk hoge bergrug en de wind moet daar overheen, dus ontstaat er kennelijk minder druk op zeeniveau. Handig.
Kiparissia is een “Euro-Hafen” , hadden we al van Duitsers gehoord. Dat betekent niet dat je veel Euro’s moet betalen. Nee, juist het tegenovergestelde. De haven kost niets, heeft ook niets, maar is wel op kosten van de Europese Unie aangelegd. De gemiddelde Griek begrijpt waarschijnlijk niet waarom en dus gebeurt er ook niets mee. Betonnen kades die al weer in verval raken, elektriciteitskastjes die niet aangesloten zijn, een provisorische waterslang met 2 kranen op een kade van 200m lang. En bijna geen jachten. We liggen er wel mooi langszij voor nul Euro.
Ook het onderhoud aan de NW- havendam, waar de wind en de golven bijna altijd loodrecht op staan, laat te wensen over. Na een verlenging is deze half ingestort precies op de plaats waar het oude en het nieuwe deel in elkaar overgaan. Dat schijnt al een paar jaar zo te zijn, maar het is niemand’s probleem kennelijk.
12 en 13 juli: Zakynthos verkennen
We varen op 12 juli van Kefalonia naar Zakynthos, het zuidelijkste van de Ionische eilanden. Het is een stuk vlakker dan waar we tot nu toe waren. We leggen aan in de haven van Zakynthos stad, waar het flink druk is langs de kade met auto’s en flanerende voetgangers. Leuk stadje, dat in 1953 na een grote aardbeving opnieuw is opgebouwd met uitzondering van de kerk uit 1925, die overeind bleef staan. We bezochten deze kerk, die heel rijk versierd is.
Verder liepen we het centrum rond, leuke sfeer: De huizen zijn in een soort semi-Venetiaanse stijl herbouwd. We kochten een “mifi” routertje en sim-kaartje van Vodafone zodat we nu Grieks mobiel internet hebben voor een maand (of langer als je een top-up doet). Wel handig!
Maandag 11 juli: naamdag van de heilige van Efemia van Kefalonia
Van Ithaka varen we (alweer op de motor, vanwege een een hardnekkig stakende Aeolos, god van de wind), naar het plaatsje Efemia op hete eiland Kafalonia, ten westen van Ithaka en destijds ook onderdeel van het koninkrijk van Odysseus, net zoals Zakynthos trouwens.
Hier liggen we midden in het dorp aan een levendige wandelboulevard, waar we tijdens de borrel een politie-auto zien verschijnen met blauw zwaailicht. Alles blijft nog rustig. Maar na een tijdje is er muziek in de verte te horen, die ons nadert. Dan komt er een optocht langs met vaandels en verklede kinderen en priesters, inclusief religieus gezang. De havenmeester vertelt ons dat dit ter ere van de naamdag van de heilige van het dorp is. Vanavond is er dan ook (na de optocht) live muziek op de havendam, waar een heus vloertje voor de band is neergezet en waar je hapjes, drankjes kan krijgen en zelfs gedanst kan worden. Weer helemaal ander sfeertje, maar wel weer grappig. We genieten mee vanuit onze eigen kuip.
Ithaka: Geen Odysseus aangetroffen, wel een heel mooi plaatsje
We varen op zondag naar van Sivota (Lefkas) naar Kioni, een klein dorpje verstopt in een baaitje op Ithaka. De huizen zijn als een soort amfitheater tegen de rotsen gebouwd met allemaal uitzicht op de baai, die als toneel en decor fungeert. Daar liggen wij dan, aan de kade achter ons eigen anker en 2 lijnen naar de wal. Het wordt goed vol met jachten, hoewel het vandaag wisseldag voor flottieljes en huurboten is, dus die liggen allemaal stil in hun thuishavens.
We lopen wat rond, eten een ijsje en borrelen aan boord bij onze buren, gezellige Engelsen Angela en Chris, die hier al jaren komen. WE bezwijken voor hun vraag of we met hen samen in hun lievelingstaverna een hapje wille eten. Dat is uiteindelijk prima en gezellig. We eten salade en gegrillde sardientjes voor 28 euro met zijn 2-en. Gecombineerd met het feit dat je hier nergens havengeld hoeft te betalen, voelen we onszelf virtueel steeds rijker worden….
Van Odysseus intussen geen spoor, maar dat mag de pret niet drukken.
Syvota op het eiland Lefkas
We varen wel 10 mijl op de motor (geen wind) naar Syvota, op de ZO-punt van Lefkas.
Tip van Mariëtte die hier vorig jaar als landrot was. Inderdaad een mooie natuurlijke haven in een baai met een klein dorpje, dat drijft op het bootjesvolk. De kade, die rondom het baaitje loopt, is voorzien van de nodige taverna’s en winkeltjes. Er zijn 2 kleinere huurvloten die hier hun thuisbasis hebben, maar als je vroeg bent is er plaats genoeg. We liggen in de hoek van de haven voor een leuke loungebar, die in een oude olijfperserij zit. En ons ook van Wifi voorziet!
En als de pont zo lang was als de breedte van de stroom…
Dan kon hij blijven liggen, zei mij laatst een econoom.
Maar dat was dan weer lastig voor het rivierverkeer,
Zodoende is de boot dus kort en vaart hij heen en weer!
Op deze onbetwistbare wijsheid van drs. P. hebben de Grieken toch een variant gevonden. Bij Lefkas stad is namelijk een oude pont in gebruik als brug. Hij past precies tussen de 2 op- en afritten aan beide kanten van het smalle vaarwater dat het eiland Lefkas met het vasteland verbindt. Het verkeer (inclusief grote bussen en vrachtauto’s) rijdt er heel langzaam overheen. Dit is overigens wel een noodoplossing, want de echte brug (ook een “pontjesbrug” die drijft en deels of geheel kan draaien) is in de reparatie.
Elk uur op het hele uur vaart de pont 90 graden opzij om de scheepvaart (alleen jachten in de praktijk) door te laten. Mooie noodoplossing.
Na de brug varen we het kanaal uit en komen we op de “binnenzee” tussen Lefkas en het vasteland. Een soort Ijsselmeer, maar dan met mooie groene en heuvelachtige eilanden erin en met mooi helder water van 23 graden. We ankeren in de baai met het meest heldere water, Ormos Marathias, de BB kant van Ormos Varko, onder het vasteland. Als we ankeren waait het 20 knopen en bij de tweede poging houdt het, diep in het zand getrokken. Dat kun je met je snorkel nog even checken op meer dan 10m diepte. Rustgevend, maar niet echt nodig om ons zorgen te maken, want na 20:00 uur valt de wind bijna weg en lig je gewoon alleen op je ketting al op dezelfde plek.
Preveza, waar Augustus de slag bij Aktion won
Van Paxos zeilen we rustig ruime wind (12-14 knopen wind) naar Preveza. Als we daar aankomen bij de aanloop waait het harder en lijkt het zowaar op het aanlopen van een zeegat, met een heuse vaargeul tussen zandbanken door.
Preveza is een leukere stad dan de meeste beschrijvingen je doen geloven. We liggen achter ons eigen anker met de spiegel naar de kade, voor de meest populaire bar. Er loopt een wandelboulevard van wel 2 kilometer voor de kade, waar iedereen flaneert, elkaar groet en een drankje doet. Vanaf 18:30 gaan de winkels weer open en we winkelen bij een grote supermarkt. In de stad ’s avonds nog wat gedronken en 2 paar schoenen gekocht voor 30 Euro samen.
De nacht was kort door het enorme lawaai van de bar achter onze boot, tot 05:30 ging het door!
De volgende ochtend vers brood en croissants van de bakker op de boulevard. Hoe Grieks is dat?
Op de achtergrond de landtong van Aktion, waar nu 3 jachtwerven zijn gevestigd, die vooral winterberging aanbieden (een soort Port Napoleon in het kwadraat). We horen goede verhalen hierover, maar zijn toch vastbesloten om weer terug naar Sicilië te gaan voor de winter.
Bij Aktion versloeg Octavius in de beroemde zeeslag zijn grote rivaal Antonius, die Cleopatra achterna vluchtte naar Egypte. Zo ontstond het keizerrijk en werd Octavius tot keizer Augustus.
Paxos: Het echte Griekenland begint hier!
Maandag 4 juli varen we naar Paxos, een klein eiland ten zuiden van Corfu. We ankeren de eerste nacht in Lakka, dat helemaal vol loopt met jachten. Goed opletten met ankeren dus, maar alles gaat goed (mooie zandgrond, 3-4 m diep dus ziet ankers en ketting gewoon liggen).
We eten aan de wal op advies van onze pilot (Rod Heikell) in een echt Griekse taverna, waar drie generaties (Alexandros, zijn dochter en 2 kleinkinderen) de zaak runnen. Je kiest niet alleen van de menukaart, maar in de keuken, waar alles klaar staat. Heerlijke lamsgerechten enzovoorts.
De volgende dag tuffen we 5 mijl verder naar een ander baaitje op de zuidpunt van Paxo (Mongonisi), kleiner maar bijna net zo druk. Hier alleen een strandje met 2 bars. En internet voor de verandering! wifi van de bar haalt het tot de boot met de externe antenne.
Una Facia, Una Racia!
30 juni: We varen van Italië naar Griekenland. Het eerste eiland dat we aandoen is Othoni, ten NW van Corfu. We zeilen de helft van de overtocht (50 mijl) met mooie halve wind, die op het laatst natuurlijk weer inzakt.
Othoni heeft 1 dorp met een haventje en daarnaast een ankerbaai, waarin wij gaan liggen. Als we komen is er niemand, na ons komen tot onze verrassing Roy en Jessica, die we kennen uit Ragusa, ook aan. Zij hebben hun boot wit geschilderd (was blauw) dus we herkenden ze eerst niet. Leuk weerzien!
De volgende dag besluiten we te blijven, het blijft namelijk windstil. Op de wal kreeft gegeten bij een restaurant dat hiervoor beroemd is (rechts in de hoek, met de blauwe kleedjes zoals ons was geadviseerd door Rob en Marion, Nederlandse zeilers die we ontmoetten in Leuca!). Het geheel doet meer Italiaans dan Grieks aan, we spreken Italiaans, Spaans en 2 woorden Grieks met de kok (uit Zuid Amerika) en de serveerster (Griekse). We genieten van speciaal voor ons gemaakte kreeft met spaghetti in mooie saus.
2 juli: bootje op het dek, we varen baar Corfu. Grootste deel zeilend, ook nog door de mist, maar achter de bergen op de N-punt van Corfu valt de wind weer weg. Gouvia is een enorme jachthaven met veel flottieljes die vandaag wisseldag hebben. Dus snel de supermarkt en de chandlery bezocht voor de grote drukte. We gaan hier eigenlijk vooral heen om bij de kustwacht een DEKPA te kopen (document dat je officieel toestemming geeft om in Griekse wateren te varen met je eigen jacht). Zo sponsoren we het arme land met 45 euro! Het lijkt wel de Carieb…
3 juli: we tuffen 3 mijl verder naar de haven van de plaatselijke afdeling van de offshore racing club van Griekenland, die onderdak heeft gevonden bij de Corfu Sailing Club. Direct onder het oude fort op het schiereiland, een klein haventje met eigen bar en een mooi strandje ernaast.
Corfu stad bekeken en dat ziet er in het oude deel wel echt Venetiaans uit, ook de sfeer op straat is nog niet echt Grieks.
Zoals ze hier zeggen: Una facia, una racia (een gezicht, hetzelfde ras). De Grieken, Romeinen en alle andere volkeren hebben zich hier in de Middelandse zee door de eeuwen heen zo onderling vermengd. Ze verstaan en spreken in dit deel van Griekenland nog steeds het Italiaans , maar ook hun Engels is vaak uitstekend, beter dan in Italië. Het toerisme levert kennelijk goed op.