De oostkust van Sardinië (2)
In Arbatax hebben we heerlijk Sardijns gegeten in het havenrestaurant: Fregola (een soort grovere couscous) en Ricciola (Amberjack of goudmakreel, een witte grote vis die je in moten bereidt). Heerlijk!
Na Arbatax varen we wel 3 mijl naar de overkant, naar Santa Maria de Navarrese. Niet zonder halverwege even geankerd te hebben voor een paar rondjes zwemmen natuurlijk. Dit plaatsje is gesticht in ca 1067 door prinses Maria de Navarra, die hier schipbreuk leed na de overtocht vanuit Spanje in de periode dat de Spanjaarden heer en meester waren over Sardinië. Ter nagedachtenis bouwden de Spanjaarden er een kerkje, waarvan een deel nog overeind staat en inmiddels is opgenomen in een groter geheel.
Het gaat volgens verwachting echt hard waaien de komende 3 dagen (Mistral vanuit het noordwesten, dus liggen we hier heel beschut achter de rotsen).
We huren een auto en maken een tochtje door Barbaggia (het hoge binnenland, waar de autochtone Sardijnen zich steeds meer terugtrokken met de komst van steeds weer nieuwe overheersers) en Supramonte (een heel hoge bergkam tussen Barbaggia en de kust, de bergpas erheen ligt boven de 1000 meter. Veel steile en kleine weggetjes waarover de 2e etappe van de Giro d’Italia in mei ook ging. Overal zie je nog tekens op de straat staan, er hangen roze fietsframes en wielen aan de bomen en, belangrijk, bijna langs de hele weg is de vangrail vernieuwd en vaak verhoogd. Toch lijkt het levensgevaarlijk om hier met een grote groep hard te fietsen. Wij hebben gelukkig de auto….
Geef een reactie